zaterdag 14 januari 2012

Een brief met een rand

Als ik de post uit de brievenbus haal, zie ik het al. Het handschrift herken ik uit duizenden en de zwarte rand eromheen vertelt me alles wat ik niet wil weten. De envelop is aan mij en aan David gestuurd, dus mijn moeder heeft haar eigen kaart gekregen. In één seconden schiet er zoveel door mijn hoofd, maar de grote bal die plotseling in mijn maag landt, verdooft alle gedachten. Verlies went niet.

Na de eerste tranen dringt de situatie tot me door. Ik ga naar de uitvaart, dat staat vast. De afspraak voor die dag moet ik zo snel mogelijk verzetten. Maar dan. David kan niet mee, zegt hij. Ik antwoord wat hij mij in zulke situaties vertelt: laat het even bezinken en bekijk het even rustig. Wil je mee, zo ja, dan moet je schuiven met je afspraken. Voor afscheid krijg je geen tweede kans.

En dan mijn moeder. Het is haar zwager die op de kaart staat. Bijna zestig jaar kent ze hem. Nog maar kort geleden bekeek ik foto’s waarop mijn moeder, haar zus en de beide geliefden hun spullen inladen voor een vakantie in het buitenland. Jong zijn ze nog, zorgeloos. Inmiddels zijn de beide zussen niet meer in staat elkaar te bezoeken. Ze hebben elkaar dan ook al een paar jaar niet meer gezien. Jaren waarin mijn moeder veel verloren heeft, maar wie haar zwager is, weet ze maar al te goed.

Ik overleg met de verzorging. Kan mijn moeder nog mee? De uitvaart is op de tijd dat ze normaal slaapt. “De maaltijden zijn misschien een probleem”, oppert de verzorgende. Het is de minste van mijn zorgen. Eten verzorg ik wel. Maar het hele ritme wordt overhoop gegooid. “Ze weet nog wie hij is? Dan moet ze zeker gaan”, vindt de verzorgende. In dat geval moet David mee, dan heb ik hem nodig. Iedere minuut is mijn moeder kwijt waar we naar toe gaan en waarom. Het is ruim anderhalf uur rijden…

Hoe kom ik toe aan mijn eigen verdriet als ik mijn moeder moet ondersteunen? Alles in mij protesteert, maar het mag niet om mij gaan. Het gaat om de beide zussen. Ik ga overleggen met mijn moeder en zoek mijn tante. Uiteindelijk hebben zij tweeën de laatste stem. Of meer nog: de stem van mijn tante zal de doorslag geven. Wil zij juist nu haar zusje bij zich hebben? Of wordt die confrontatie teveel op deze toch al zo verdrietige dag?

Eerst mijn moeder. Misschien weet ze nog van niets. “Rouwkaarten halen we er altijd tussenuit”, vertelt de verzorgende me. “Die brengen we persoonlijk aan de mensen, zodat ze niet alleen zijn als ze ze open maken. Je moeder heeft er nog geen gehad.” Ik zal de mijne maar meenemen.

4 opmerkingen:

  1. Oef, Ita, wat een dilemma's, maar wat fijn dat je al veel zo op een rij hebt staan. Die laatste beslissingen, die zowel goed voor jou als voor anderen zijn, dat krijg je ook nog wel voor elkaar. Heel veel sterkte!!
    xxx

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, dat lukt uiteindelijk ook, maar het slokt wel al mijn tijd en energie op. Nu nog even alles doorlopen om te kijken of ik niets over het hoofd heb gezien.

      Verwijderen