dinsdag 20 maart 2012

We hebben plaats

Ik zit net met mijn hoofd in de bloemenwebsites als de telefoon gaat. Een nummer in mijn eigen stad. Misschien het werk van David? Ik neem beleefd op en wacht af. De man aan de andere kant van de lijn stelt zich voor en noemt zijn bedrijf. Nee, niet de werkgever van David en ik herken de naam niet uit mijn klantenbestand. Gelukkig wacht hij mijn gepeins niet af, maar legt hij het zelf even uit. “Uw moeder staat bij ons op een wachtlijst.” O ja, daar ken ik die naam van! “Ik heb een plaats voor haar.” “Meent u dat? Echt een plaats?” “Ja, overmorgen.” Wacht even, dat gaat me te snel. “Ik wil graag even met haar samen komen kijken. Ze heeft het zelf nog niet gezien.” “Natuurlijk kan dat. Schikt morgen?” Pfff, wat een voortvarende man! “Vooruit, morgenmiddag zou wel kunnen. Niet eerder dan half drie, want mijn moeder slaapt tot twee uur.” “Prima, ik regel het even, u hoort nog van mij.” “En wat bedoelde u dan met overmorgen?” “Dan gaat ze er wonen.” “Ehm, dat is wel heel erg snel en plotseling.” ”Voor uw moeder maakt dat waarschijnlijk niet uit. Wanneer je niets kan onthouden, gebeurt alles plotseling.” “Dat klopt, voor mijn moeder is het sowieso een schokkende ervaring, maar ik ben er ook nog. Ik moet het regelen en ik heb een agenda. Met afspraken.” “Ja, dat begrijp ik, maar overleg dat morgen maar even. Het gaat overmorgen in.”

Verbluft blijf ik achter. Ergens diep van binnen voel ik blijdschap. Er hing een groot zwaard boven onze hoofden. In een behoorlijk snel tempo gaat de situatie van mijn moeder achteruit. Al een paar keer heeft ze me zelf gezegd. “Het gaat niet goed hoor, Iet. Ik denk niet dat ik hier kan blijven.” Uit voorzorg had ik maar vast uitgelegd dat ze bij een mooi huis op de wachtlijst stond, maar dat ze nog lang niet aan de beurt was. “En dan kan het zijn dat je tijdelijk naar een verpleeghuis moet. Ik wil het niet, dat weten ze ook, ik ben daar faliekant tegen.” “Dat snap ik, maar wat moet, moet.” Ze keek me kalm aan. Maar nu gaat dat dus helemaal niet gebeuren. Geen verpleeghuis met lange, witte, kale gangen, maar een flat met ruime eigen kamers. Maar vooral ook met een gemeenschappelijk ‘gezinsleven’, waarin je de hele dag mensen om je heen kunt hebben, precies waar mijn moeder zo naar verlangt.

Maar twee dagen! En dat niet alleen, maar ook nog eens twee dagen met een bulk afspraken in Mijn Agenda. De zorg is goed en nodig, maar de zorg moet onderhand eens gaan begrijpen dat hun bewoners ook familieleden hebben. Familie die graag wil helpen, maar die ook een leven probeert te hebben. En dat gaat best moeilijk als de zorg dat negeert.

Het is een kwestie van geld. Dat zegt de man niet, maar dat begrijp ik zo ook wel. Maar dat is het in mijn geval ook voor een deel. Overmorgen heb ik een overleg waar het om een boel geld gaat en waar ik bovendien al een tijd op wacht. Ik besluit die afspraak dan ook niet af te zeggen, maar de schouders moeten er wel even onder. Eerst maar even contact opnemen met iedereen die dit in eerste instantie al moet weten. Medewerkers in het huis waar mijn moeder nu woont, Heleen natuurlijk, en Anne. Heleen blijkt niet thuis. Anne mail ik, want die wil ik vooral even informeren. En het huis bel ik, want ik wil informeren én overleggen. Heel snel werken we ons erdoorheen. De medewerkster heeft n naam en telefoonnummer voor me, zodat ik iemand kan inhuren om de verhuizing te regelen, maar ik besluit eerst zelf te kijken wat ik voor elkaar kan krijgen. Geld betalen voor diensten vind ik prima, fijn zelfs, wanneer het diensten zijn die ik zelf niet of niet goed kan vervullen. In dit geval kan ik het best zelf. Ik moet vooral de dingen op een rijtje zien te krijgen. Vanavond nog snel wat verhuisdozen kopen. Een paar helpende handen vinden. Een busje huren en een steekwagen. Het enige punt is nog de timing. En zorgen dat ik zelf overeind blijf en mijn agenda nog zoveel mogelijk blijf volgen. Eén afspraak schuif ik vooruit, de rest staat nog even, maar ik neem me wel voor om de komende tijd iedere dag even bij mijn moeder langs te gaan. Ja, dat klinkt overdreven, want ze komt immers in een huis met vierentwintig uur verzorging om haar heen. Dat klopt. Maar mijn gezicht is de enige vertrouwde blik in deze hele stad. Nou ja, en dat van David natuurlijk. En het zal nog jaren duren voordat daar gezichten bijkomen. Als dat al ooit gebeurt.

4 opmerkingen:

  1. Heel heel veel sterkte!
    hartelijke groet
    Ingrid

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Fijn dat een vervelende tussenstop kon worden overgeslagen, maar wat zit/zat je in een rollercoaster .... Ik hoop dat alles inmiddels achter de rug is en dat je moeder zich prettig en op haar plek voelt!
    (Iets heel anders: ik heb je WF naam niet in mijn lijstje opgeslagen .... )

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoe is het afgelopen Ita, is je moeder al verhuisd? Of zit je nog middenin de drukte?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dank jullie! Mijn moeder is inmiddels al geheel verhuisd, maar de afhandeling van de papieren loopt nog. Ook staan er nog dozen met spullen die uitgezocht moeten worden.

    BeantwoordenVerwijderen