woensdag 14 juli 2010

De barbecue

Sinds mijn moeder in het verzorgingshuis woont, heeft ze een helder dagritme met vaste koffie- en etenstijden. Ik zou er van gruwen, maar mijn moeder vaart er wel bij. Sterker nog: die had ze vroeger ook altijd al. Mijn moeder houdt van de klok, ze heeft er dan ook minstens drie in haar kamer staan, plus een wekker en natuurlijk een horloge.

Dat nieuwe ritme is er dan ook al snel ingesleten. Wanneer ik haar eens aan de telefoon heb, wordt er aan haar deur gebeld. “Gaat u mee naar beneden, koffie drinken?”, vraagt een vriendelijke stem. “Dat vragen ze anders nooit hoor”, verklapt mijn moeder mij. Dat verbaast me niets. Uit de verhalen weet ik dat mijn moeder al voor koffietijd keurig zit te wachten bij de koffiekamer. Want aan te laat komen heeft ze een hekel. De vriendelijke stem staat dus dagelijks voor niets aan de deur.

Omdat ik weet dat ze al vroeg op pad gaat, bel ik haar net na het ontbijt. Net na háár ontbijt, het mijne is vandaag wat later. Vrolijk neemt ze op. “Warm is het he?”, zegt ze. “Ja, hier ook. Is het een beetje uit te houden daar?”, vraag ik. “Gelukkig heb ik de zon pas laat”, weet ze. “Maar als het me te erg word, ga ik even op de gang lopen. Die is koeler, daar zitten bijna geen ramen in.” Zo babbelen we verder, over alledaagse dingen. Dit keer heb ik ook een gerichte vraag. “Ik heb post gekregen, of je mee wil doen aan een landendag en aan een barbecue.” “O, wat raar dat ze dat naar jou sturen. Ik heb niets gehad!” “Dat is omdat ik het moet betalen”, reageer ik snel. “Dus wil ik even weten of je wil gaan.” “Wat is het dan? Wat doen ze daar?” De vorige landendagen zijn alweer weggezakt. In plaats van zomaar wat muziek, wordt er een hele dag rondom een thema verzorgd. Met dans, muziek, een modeshow en eten uit het land waar het om gaat. Een uitje in eigen huis voor de bewoners. Voorgaande keren heeft mijn moeder ervan genoten, dus neem ik aan dat ze dit keer ook zal willen. “De rest van de groep gaat ook, weet ik van de vorige keer.” “O. En wanneer is dat dan?” Na wat geharrewar over data roer ik toch ook de barbecue maar aan. De laatste barbecue met haar die ik me herinner is alweer jaren geleden. De verjaardag van haar man, bowlen met barbecue toe. Als een ware wachter stond ik naast haar bij de doe-het-zelf-grillplaat, want haar gevoel voor tijd was ze toen al kwijt. Uit angst voor aangebrand vlees gaf ze het niet eens de kans om warm te worden.

Maar bij deze barbecue hoeft ze zelf niet aan de slag. Hier staan koks achter het rooster en is het haar taak om de hapjes samen met alle andere bewoners gezellig weg te werken. “De barbecue is eind augustus.” Maar haar aandacht is allang verslapt. “Hoe is het met de mannen?” vraagt ze me. “Goed hoor, ook warm natuurlijk.” “Ja, het is erg warm he. Hier ook. Bij jou ook?” Ze voelt zich weer op vertrouwd terrein en babbelt vrolijk verder. Over die barbecue heb ik het maar niet meer. Ik meld haar wel aan, als de rest van haar groep ook gaat tenminste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten